zondag 25 oktober 2015

Ooievaar

Vroeger was het leven eenvoudig en overzichtelijk. De man werkte, de vrouw bleef thuis om het huishouden te doen en kinderen werden door de ooievaar gebracht.


Toen ons nichtje een paar jaar geleden werd geboren, gingen wij op kraamvisite. Mijn dochter, toen 4, stelde de onvermijdelijke vraag: hoe is die baby uit haar buik gekomen? De buik van haar tante had ze de maanden daarvoor steeds groter zien worden. Dat kwam door de baby. En nu ineens was de baby eruit en de buik weer plat. Ik dacht even na en zei toen: de baby is via een gangetje naar buiten gekomen. Normaal is dat gangetje heel smal, maar als het tijd is dat de baby geboren wordt, dan wordt het gangetje groter en dan kan de baby eruit.
Dochterlief was tevreden. En ik ook.


Het onderwerp verdween naar de achtergrond. Tot ze ineens vroeg: "Maar hoe komen baby's dan in de buik?"
Ik: "Via een zaadje en een eitje die samen een baby worden".
Ook dat antwoord werd goed gekeurd.
So far so good.


Inmiddels is mijn dochter twee jaar ouder. Een paar weken geleden vond ze een boek. Bij mijn ouders in de kast. Een boek over hoe baby's gemaakt worden. Ze begon er meteen in te lezen. Daar kwam ik pas later achter. Toen het kwaad al was geschied. Anders had ik het boek snel verstopt. Ik heb dat boek namelijk zelf ook ooit gelezen en heb er nu, ruim 30 jaar later, nog steeds nachtmerries van. Bij wijze van spreken. De plaatjes die erin staan, kan ik me nog steeds herinneren. Vreselijk vind ik ze. En nu heeft mijn dochter die plaatjes ook gezien...


Mijn moeder was zich van geen kwaad bewust en zei: "Neem het boek maar lekker mee naar huis". Ik knikte vriendelijk en 'vergat' het boek vervolgens in te pakken. Dochterlief in tranen. Waarna ik haar heb beloofd dat we samen naar de bib gaan om een ander boek over baby's krijgen uit te zoeken. Een boek dat zij zich later op een positieve manier herinnert. Ik hoop dat dit boek bestaat.


Dat ik vreselijke herinneringen aan dat boek heb, ligt trouwens niet aan mij. Ik heb het later nog gecheckt bij mijn zusje: zij vond dat boek ook verschrikkelijk.
Dan was die variant met de ooievaar toch beter..


Bronnen afbeeldingen:
www.weblogs.nrc.nl
www.boekenwebsite.nl
www.nl.dreamstime.com
www.sintjanwaarland.nl

zondag 18 oktober 2015

Net als vroeger

Over ruim een week is het zover. Dan ga ik naar Parijs. Niet alleen, maar met mijn ouders en zusje. Man en kinderen blijven thuis. Wat begon als een vaag idee, veranderde in een concreet plan.

Mijn moeder, bijna zeventig, wil al jaren naar Parijs. Maar het komt er niet van. Mijn vader heeft niet zo veel met Frankrijk (lees: de Fransen) en is al eens in Parijs geweest. Vijftig jaar geleden. Dus van hem hoeft het niet meer zo nodig. Maar mijn moeder droomt van Parijs. Ze kent de stad uit films en van verhalen. Ze heeft er romantische voorstellingen van. Ze ziet volgens mij al helemaal voor zich hoe ze door Parijse straatjes struint, in antiekwinkeltjes snuffelt, de Eiffeltoren bewondert, de Mona Lisa bezoekt en croissantjes eet in zo'n Frans cafeetje. Niet dat ze van croissantjes houdt, maar toch, als je in Parijs bent dan eet je croissantjes in een Frans cafeetje.

 
 
Dus toen ze een paar maanden geleden weer over Parijs begon, besloot ik actie te ondernemen. Ik zou mijn moeder meenemen naar Parijs. De grote vraag was alleen: hoe krijg ik haar daar mee naar toe? Mijn ouders zijn namelijk onafscheidelijk. Dat is schattig, maar soms ook erg lastig. Dus besloot ik mijn vader ook mee te vragen. En ontstond het idee er een familie uitje van te maken. Ik vroeg als eerste aan mijn zusje of ze zin had om mee te gaan. Zij zei meteen ja. En toen vroeg ik mijn ouders. Die wilden gelukkig ook mee. En dus gaan we met z'n vieren. Net als vroeger.
 
 
We vervielen meteen in oude patronen. Van 25 jaar geleden. Hoe is het mogelijk. Dat belooft wat voor als we in Parijs zijn...
Zo kwam mijn zusje vroeger altijd te laat. Meestal omdat ze domme pech had. Dan viel er een trein uit, stond er een file, had ze autopech, of was er iets anders raars gebeurd. Je kan het zo gek niet bedenken of het is haar overkomen.
En dus zei mijn moeder subtiel: "Misschien is het een idee als ze de dag van te voren vast naar jou toe komt, dan hoeft ze op de dag van vertrek niet meer zo ver te reizen". Lees: en kan er niet zo veel meer mis gaan. Mijn moeder zag al helemaal voor zich hoe de Thalys zou vertrekken zonder mijn zusje. En ik ook. Dus polste ik hoe mijn zusje hiertegenover stond. Ze was diep beledigd. Het is tenslotte geen vroeger meer maar vandaag. Dus ze vertrekt gewoon op tijd. En haalt de trein. 
 
De week nadat ik de tickets geboekt hadden, vond er bijna een aanslag plaats op de Thalys. Mijn zusje en ik besloten er niks over te zeggen tegen mijn vader en moeder. Misschien hadden ze niks door. Maar het nieuws bereikte ook de Provinciale Zeeuwse Courant. Net als dat incident een paar weken later. Zo hoor je nooit wat over de Thalys, zo staan de kranten er vol van...
 
 
Mijn moeder maakt zich net als vroeger druk over wat ze allemaal moet meenemen. Genoeg kleding natuurlijk en laagjes voor als het koud is. En heel veel schoenen, want haar voeten werken niet altijd mee. En eten. Iets lekkers voor in de trein, iets om 's avonds te eten en, o ja, het ontbijt...
Ik: "Mam, ze hebben daar ook winkels".
Mijn moeder: "O ja".
Het zal me benieuwen..
 
En ik heb de neiging om alles te gaan regelen, om ervoor te zorgen dat het goed loopt. Maar ik hou me in. We kijken ter plekke wel wat we gaan doen. Denk ik. 
Mijn vader houdt zich wijselijk op de achtergrond. Hij gaat met zijn drie vrouwen op stap. En geniet. Nu al.
 
We gaan naar Parijs. Met z'n vieren, net als vroeger. Ik heb er zin in!
 
Bronnen afbeeldingen:
 
 
 
 
 
 
 
 
 

zondag 11 oktober 2015

Blije kip

Ik eet geen vlees. Uit principe. Maar geef dat wel aan mijn kinderen. Omdat ze al zo weinig eten en ik niet moeilijk wilde doen op het kinderdagverblijf en de BSO. En het was ook wel handig voor als ze uit logeren gingen bij oma en opa. Die vinden het maar lastig dat ik geen vlees eet. Als de kleinkinderen daar ook nog bijkomen, dan wordt het helemaal ingewikkeld. En ik vind eigenlijk dat ze het zelf moeten weten, of ze vlees eten of niet. Dat mogen ze zelf beslissen als ze wat ouder zijn. Tot die tijd geef ik ze de ene keer wel vlees en de andere keer niet.

  

Het is mijn kinderen heel lang niet opgevallen dat ik geen vlees eet. Tot een paar jaar geleden. Toen vroeg mijn dochter ineens: "Hé, waarom eet jij wat anders?" En ik antwoordde: "Omdat ik geen vlees eet". En daarmee was de kous af.

Later nam ze geen genoegen meer met dat antwoord: "Maar waarom dan niet?"
Ik: "Omdat vlees is gemaakt van dieren".
Dochter: "Maar waarom eet je dat dan niet?"
Ik: "Omdat ik het zielig vind".
Dochter: "Vind je het zielig dat vlees van dieren gemaakt is?"
Ik: "Ja".
Dochter: "En eet je het daarom niet?"
Ik: "Yep".
En ze nam een hap van haar knakworst. Tevreden.
Later kwam ik erachter dat ze dacht dat ik bedoelde dat kipnuggets door kippen gemaakt worden. En dat varkens ham maken. Tja... Ik besloot het daar maar even bij te laten... Tot het moment waarop ze verder zou vragen.


Dat moment kwam toen we een dode vis op de visafdeling van de supermarkt zagen liggen. Lekker in het ijs.
"Is dat een echte vis?", vroeg mijn dochter.
Ik: "Ja".
Zij: "Is die nu dood?"
Ik: "Ja".
En toen heb ik er maar meteen aan toegevoegd dat vissticks ook van vis gemaakt zijn. Dan hebben we dat maar vast gehad.


Het volgende bewustwordingsmoment kwam bij een zoektocht naar biologische eieren.
"Waarom kopen we niet die andere eieren?" vroeg ze.
"Omdat deze eieren door kippen zijn gelegd die een leuker leven hebben", antwoordde ik.
Ik zag mijn dochter diep nadenken. En toen zei ze: "Dan kunnen we toch beter die eieren van die zielige kippen opeten? Anders hebben ze die voor niks gelegd en dat is helemaal zielig".
Tja, daar zit wat in.

 
 
Bronnen afbeeldingen:
www.volkskrant.nl
www.keurmerken.net 

zondag 4 oktober 2015

Later

Ik zit in de tram. Met mijn zoontje op schoot. Hij hangt tegen me aan. We hebben er al een hele reis op zitten. Nog even en dan zijn we thuis.
Hij: "Mama?"
Ik: "Ja?" En snuffel aan zijn haar. Hij past niet meer met z'n hoofd onder mijn kin. Dus leunt hij met zijn hoofd tegen mijn schouder. Hoe lang zou hij nog bij mij op schoot willen zitten? Mijn kleine man van bijna vier en een half.
Hij: "Als ik later opa ben, zijn jullie dan dood?"
 
 
Zijn vraag overvalt me. Ik twijfel. En denk na. 
Ik reken en zeg: "Als je jong opa wordt, dan leven we misschien nog wel. En als je ouder bent als je opa wordt, dan zijn we misschien wel dood".
Zoonlief lijkt tevreden. Dan ben ik het ook. 
Maar dan zegt hij: "Mama?"
Ik: "Ja".
En denk: wat nu weer?
Hij: "Als ik papa ben, woon ik dan nog steeds bij jullie?"
 
 
Die is makkelijker.
Ik zeg: "Dat kan. Maar misschien vind je het tegen die tijd ook wel leuk om een eigen huis met eigen spullen te hebben".
Ik voel hem aarzelen.
En voeg eraan toe: "Of we kopen twee huizen naast elkaar, dan gaan we daarin wonen. En dan kunnen we heel vaak bij elkaar op bezoek. En lekker samen eten".
Hij knikt. Dat lijkt hem wel wat.
En mij ook.


Bronnen afbeeldingen:
www.bol.com
www.2dehands.be